Cultuur in Roemenië

Transsylvaanse Saksen

Ruim 800 jaar leefden de Transsylvaanse Saksen verspreid in verschillende enclaves op het Transsylvaanse plateau. In de tweede helft van de twintigste eeuw migreert het overgrote deel van de Duitstalige gemeenschap naar West-Europa. Een omvangrijk erfgoed - waaronder meer dan honderd weerkerken - herinnert nog aan de geschiedenis van deze bevolkingsgroep.

Kolonisatie en opbouw

In de twaalfde eeuw vestigen kolonisten uit het Heilige Roomse Rijk zich in Hongarije. Zij bouwen hun nederzettingen vooral op het Transsylvaanse plateau. In de oorkonden van de Koninklijke Kanselarij worden de kolonisten vanaf 1206 Saksen genoemd (Nägler, 1979; 1984, Ronin, 2003). Hoewel het herkomstgebied van de Saksen niet met zekerheid kan worden vastgesteld, is het onwaarschijnlijk dat de Saksen afkomstig zijn uit de gelijknamige landstreek in het huidige Duitsland (Bartlett, 1993, Ronin, 2003). In 1224 verleent de Hongaarse koning Andras II de Transsylvaanse Saksen een verregaande autonomie (Bartlett, 1993, Nägler, 1979; 1984, Ronin, 2003). De Saksen mogen vrij handelen in het gehele koninkrijk en al snel ontstaan er in Transsylvanië welvarende handelssteden.

De Duitstalige kolonisten vestigen zich in Transsylvanië in enclaves en een aantal steden. De meerderheid van de Saksen leeft van de landbouw, maar er zijn ook handelssteden. Hier ontwikkelt zich een invloedrijk patriciaat. De meerderheid van de Saksen leeft op Konigsboden en krijgt autonomie. Er leven echter ook Saksen op adelsboden. Zij blijven tot 1848 horig aan de Hongaarse landadel.

Altland

In de eerste helft van de dertiende eeuw ligt het zwaartepunt van de kolonisatie rondom de stad Hermannstadt (Sibiu). De provincie Hermannstadt wordt verdeeld in zeven gerechtelijke districten en later nog uitgebreid met een achtste district. De provincie Hermannstadt in Zuid-Transsylvanië is veruit de grootste Saksische enclave en ligt geheel op Konigsboden. Het gebied wordt het Altland genoemd, naar de gelijknamige rivier de Olt (Alt in het Duits).

Burzenland

In 1211 krijgen Teutoonse ridders die terugkeren van een kruistocht, van de Hongaarse koning Andras II toestemming om zich te vestigen in de regio rond Brasvov. In navolging van de ridders vestigen zich in dit gebied ook Saksische kolonisten. In 1225 worden de ridders door de koning weer verdreven. De Saksische bevolking blijft.

Noisnerland

Wanneer de Saksen zich vestigen in het Noisnerland is onbekend, in 1241 tijdens de Mongolen invallen worden zij al vermeld. Ook de Saksen in het Noisnerland zijn voornamelijk boeren. Met name in de omgeving van Rodna houden de Saksen zich ook bezig met mijnbouw.

Overige gebieden

De eerste Transsylvaanse Saksen die in een oorkonde worden vermeld leven in de omgeving Alba Iulia. Daar houden zij zich al in 1206 bezig met wijnbouw en de varkenshouderij.
Tot slot maken Saksen tot in de tweede helft van de twintigste eeuw deel uit van de stedelijke bevolking van onder andere Cluj Napoca en Dej.

Bestuur en organisatie

Dat de Transsylvaanse Saksen zo lang een aparte culturele eenheid vormen in Transsylvanië hangt grotendeels samen met hun instellingen en organisatie. De ruimtelijke concentratie in enclaves op konigsboden behouden zij tot 1876.

Markgenootschappen

Binnen de Saksische gemeenten wordt het grootste deel van de grond gemeenschappelijk gebruikt en beheerd. De Saksen noemen hun gemene gronden de Hattert. Aan het hoofd van de markgenootschap staat de graaf (geen adellijke). De bossen, molens en weiden zijn van de gehele gemeenschap. De akkers zijn in familiebezit, maar meestal geen eigendom. Omdat de graaf - die tegelijkertijd ook dorpsrechter is - verantwoording aan de Hongaarse koning af moet leggen, worden geleidelijk meer akkers privé-eigendom. In de loop van de eeuwen worden de verschillen in grondeigendom groter. Tot ver in de twintigste eeuw worden de akkers bebouwd volgens het drieslagstelsel, waarbij een deel van de grond braak ligt.

Nabuurschappen

Een Saksiche gemeente is verdeeld in verschillende gemeenschappen. Ongetrouwde mannen zijn lid van een broederschap en vrouwen van een zusterschap. Getrouwde mannen worden lid van het nabuurschap. Een groot aantal taken - zoals het organiseren van bruiloften en begrafenissen, het blussen van brand of het bouwen van een nieuwe hoeve - wordt door het nabuurschap uitgevoerd.

Nations Universitat

In de vijftiende eeuw ontstaat de Sachsische Nations Universiteit. Dit is een overkoepelend gerechtelijk orgaan dat alle Transsylvaanse Saksen vertegenwoordigt. Geschillen die niet kunnen worden beslecht door de dorprechter, worden voorgelegd aan de Nations Universitat. De leden zijn veelal afkomstig uit invloedrijke patricierfamilies uit de Saksische steden. In 1876 verliezen de Saksen jun autonomie en wordt de Nations Universitat omgezet in een stichting. In 1921 voert de Roemeense regering in Transsylvanië landhervormingen door. Daarbij verliest de Nations Universitat een groot deel van haar grond en onroerend goed. In 1937 wordt de Nations Universitat opgeheven.

Kerk en onderwijs

Centraal in de Saksische gemeenten staat vrijwel altijd een weerkerk. Alle Saksen worden tijdens de reformatie protestant. De Lutherse bisschop zetelt in Biertan. Ook de kerk bezit grote stukken grond, waaronder kerkbossen. Het kerkelijk bezit vormt een belangrijke bron voor de financiering van het Duitstalige onderwijs. In de vijftiende eeuw wordt de leerplicht al ingevoerd. Als ook de kerk tijdens de landhervormingen van 1921 haar grond kwijt raakt, ontstaat er een financieel probleem om het onderwijs nog langer te kunnen bekostigen.

Twintigste eeuw

Aan het eind van de Tweede Wereldoorlog wordt een groot deel van de Duitstalige bevolking van Roemenië gedeporteerd naar de Sovjet Unie. Daar moeten zij herstelwerkzaamheden verrichten aan de door de Nazi's vernielde steden. Na een ballingschap van ruim vijf jaar keert een deel van de Saksen niet meer naar Transsylvanië terug. Zij vestigen zich onder andere in de DDR. De achtergebleven Saksische bevolking krijgt in de Socialistische Republiek Roemenië te maken met onteigening van het bezit. In 1956 krijgen zij een deel van hun bezit weer terug. De lege plaatsen in de Saksiche gemeenten worden opgevuld met Roemenen en Roma. De broeder-, zuster,- en nabuurschappen worden opgeheven en het Duitstalig onderwijs wordt niet meer gefinancierd.

Exodus

In de jaren zeventig krijgen de Saksen van de Roemeense dictator Ceausescu en de Duitse Bondskanselier Helmut Schmidt toestemming om te emigreren naar de Bondsrepubliek. Voor elke uitreizende Saks ontvangt de Roemeense regering die buitenlandse deviezen nodig heeft een vastgesteld bedrag. Deze afspraak maakt de Roemeense regering overigens ook met Israël, die de Joden uit wil laten reizen. In 1989 komt in Roemenië een eind aan de Stalinistische dictatuur. De gehele Saksische bevolking krijgt nu toestemming om te emigreren naar de Bondsrepubliek. In 1990 verlaten meer dan honderdduizend Saksen het Transsylvaanse plateau. Tijdens de volkstelling van 2011 geven nog ongeveer tienduizend inwoners van Roemenië aan dat zij behoren tot de Transsylvaanse Saksen. De meerderheid van hen leeft in de steden. In steeds meer voormalig Saksische gemeenten leeft geen enkele Saks meer. De straatdorpen met driekanthoeven en weerkerken worden nu bewoond door Roemenen en een relatief grote groep Roma. Het behoud van dit erfgoed en bijbehorende cultuurlandschap vormt een grote uitdaging, evenals het samenleven van Roma en Roemenen in de dorpsgemeenschappen.

Mălâncrav Mălâncrav Meșendorf
Mălâncrav (Malmkrog) Mălâncrav (Malmkrog) Meșendorf (Meschendorf)

Aanbevolen literatuur

Ademschommel
In januari 1945 wordt een groot deel van de Duitstalige bevolking van Roemenie gedeporteerd naar de Sovjet-Unie. De mannen en vrouwen moeten meehelpen bij de wederopbouw van de in de oorlog beschadigde steden. Herta Müller beschrijft in de roman Ademschommel deze tragische geschiedenis op een indrukwekkende manier.
In 2009 kreeg Müller de Nobelprijs voor de Literatuur.

Müller, H. (2009), Ademschommel, De Geus, Breda.

Rost, A. (2013), Das Leben ist so schön, wenn man darüber lächeln kann!; Johann Schaas erzählt über Reichesdorf, Mihai Eminescu Trust, Sighisoara

Referenties

Baumgärtner, W. A. (2010), Der vergessene Weg: Wie die Sachsen nach Siebenbürgen kamen, Schiller Verlag, Sibiu, Romania.

Fabini, H. (2010), Die Kirchenburgen der Siebenbürger Sachsen, Monumenta, Sibiu, Romania.

Ronin, V. (2003), Geschiedenis van Hongarije, van Árpád tot Árpád Göncz, Antwerpen-Apeldoorn: Garant.