Bosweiden in Roemenië

Een parkachtig landschap

Een Bosweide bestaat uit grasland met daarin verspreid staande (groepen) bomen. Dit landschapselement vormt een belangrijke hoeksteen voor de biodiversiteit van het Roemeense cultuurlandschap. Eeuwenoude bomen geven vooral het landschap van Zuid-Transsylvanië een parkachtig karakter.

Kenmerken
Ontstaan en betekenis ☛ Agrarische betekenis ☛ Ecologische betekenis
Behoud voor de toekomst
Reservaat Breite (Sighişoara)
Referenties

Kenmerken

Van het begrip bosweide (Roemeens: păşunilor cu arbori, Engels: wood pasture, Duits: Hutewald) bestaat geen eenduidige definitie (Quelch, 2012). Het hier beschreven type wordt gekenmerkt door solitaire bomen in een graslandvegetatie. Meestal zijn dit de zomereik (Quercus robur) en wilde peer (Pyrus pyraster) (Dorresteijn et al. 2013). De bosweide kenmerkt het landschap van de colline etage (300-600 meter). De bosweiden liggen verspreid over Roemenië, maar zijn het meest bepalend in de Târnava Mare, het hoogste deel van het Transsylvaanse plateau. Het gebied is tot in de jaren negentig van de vorige eeuw bewoond door een overwegend Duitstalige bevolking. Ook in de Hongaarstalige regio's aan de oostzijde van het plateau is de bosweide een redelijk algemeen landschapselement. De weide wordt extensief begraasd door rundvee, paarden en schapen. In Zuid-Transsylvanië behoren vrijwel alle bosweiden nog tot de gemeenschappelijke dorpsgronden (Sutcliffe, Öllerer & Roellig, 2014). «

Ontstaan en betekenis

De bosweiden van Transsylvanië ontstaan in de middeleeuwen, als steeds meer bos in cultuur wordt gebracht. Onderzoekers stellen - aan de hand van voorbeelden in het Verenigd Koninkrijk - dat bosweiden niet worden aangelegd, maar heel geleidelijk ontstaan. Het bos wordt begraasd door landbouwdieren, wat de ontwikkeling van nieuwe bomen belemmert. Het bos verandert geleidelijk in een open grasland (Jørgensen, 2013). De zomereik is heel geschikt voor het landbouwbedrijf en blijft waar mogelijk gespaard.
Een bosweide vormt geen stabiel systeem. Zo leidt onderbegrazing tot regeneratie van het bos, terwijl overbegrazing uiteindelijk leidt tot het verdwijnen van de bomen. Oude bomen sterven of worden gekapt en er komen geen nieuwe bomen meer tot ontwikkeling. «

Agrarische betekenis

Een bosweide heeft voor het landbouwbedrijf meerdere functies. Tot in de communistische periode verblijven de varkens in het najaar op de weide om zich tegoed te doen aan de mast (Hartel, 2012). Een solitaire eik levert aanzienlijk meer mast (eikels) dan een eik in een gesloten bos. Het knotten van de boom stimuleert de productie van mast nog eens extra. Daarnaast bieden de bomen in de bosweide schaduw aan het vee en belemmeren de boomwortels bodemerosie. Het vee wordt in de droge zomerperiode bijgevoerd met boombladeren. Tenslotte levert het knotten van de bomen geriefhout.

Tegenwoordig wordt de bosweide in de zomermaanden voornamelijk begraasd door rundvee en schapen. Sinds de achttiende eeuw is ook de waterbuffel van de partij. Hoewel dit dier de laatste jaren sterk in aantal afneemt is het nog steeds in het veld te bewonderen. Buffelmelk bevat 8% vet en is geschikt voor het bereiden van mozzarella kaas (Schumacher, 2007). «

Ecologische betekenis

Overgangen (gradiënten) in een landschap vormen voor veel plant- en diersoorten een belangrijke leefomgeving. In een bosweide bestaan als gevolg van de afwisseling tussen grasland en opgaande begroeiing veel overgangen. Zowel soorten van graslandvegetaties als van bossen vinden hier een geschikte leefomgeving. Daarnaast vormt de bosweide een belangrijk ecologisch verbindingselementen in het landschap. Vooral de bosweide die overgaat in een gesloten bos is soortenrijk. Door de aanwezigheid van dood hout biedt de bosweide ook ruimte aan soorten die vooral leven in een oorspronkelijk bos (vogels, insecten en mossen).

In een aantal Roemeense bosweiden is de ruimtelijke spreiding van zeven spechtensoorten onderzocht. Deze vogels stellen hoge eisen aan hun leefomgeving en creëren nestholten waarvan ook andere holenbroeders gebruik maken. De specht vormt zo een goede indicator voor de gezondheid van een ecosysteem. Vooral de groene specht (Picus viridis) die zich voedt met mieren, heeft een voorkeur voor een nestplaats in de bosweide (Dorresteijn et al., 2013). Ook is de bosweide een belangrijke biotoop voor vogelsoorten als de geelgors (Emberiza citrinella), steenuil (Athene noctua), draaihals (Jynx torquilla) en boompieper. «

Behoud voor de toekomst

Het huidige beheer van de bosweiden in Roemenie vraagt om verder onderzoek. Het parkachtige landschap - dat samenhangt met extensieve begrazing door landbouwdieren - verandert als gevolg van de snelle sociaaleconomische veranderingen. In Zuid-Transsylvanië trekt in de jaren tachtig en negentig van de twintigste eeuw een groot deel van de Duitstalige bevolking (Saksen) weg. Deze emigratie gaat gepaard met het ineenstorten van de veestapel. Begrazing door koeien en buffels heeft veelal plaatsgemaakt voor begrazing door schapen. De bosweide die minder regelmatig wordt begraasd, verandert langzaam weer in opgaand bos. Op andere plaatsen worden de eiken geveld en gebruikt als brandhout. Om op de bosweide distel, braam, meidoorn en andere ongewenste soorten te verwijderen, wordt de vegetatie soms in brand gestoken. De laatste jaren lijkt deze methode op een grotere schaal te worden toegepast. Daarbij raken ook waardevolle bomen beschadigd (Hartel et al., 2013). «

» Bekijk hier een kort videobeeld over de bosweiden in Transsylvanië.

Reservaat Breite, Sighişoara

Reservaat Breite is de grootste bosweide van Midden-Europa en ligt op een plateau ten westen van Sighişoara. Deze 4 kilometer lange bosweide vormt een beschermd natuurreservaat en wordt beheerd door de Mihai Eminescu Trust. Sommige eiken zijn naar schatting meer dan 800 jaar oud. Rondom de weide liggen prachtige hakhout- en volgroeide bossen (Akeroyd, 2006).

De bosweide heeft met plantensoorten als de klokjesgentiaan en grote pimpernel een waardevolle flora. De laatst genoemde plant is de waardplant voor de rups van het pimpernelblauwtje (Maculinea telejus), een vlindersoort die ook in het reservaat leeft. In Nederland komt het pimpernelblauwtje alleen nog voor in de omgeving van Den Bosch (na herintroductie) en in België geldt de soort als uitgestorven.
De laatste jaren wordt in de bossen rondom het plateau de oeraluil waargenomen. Ook vogelsoorten als de grauwe klauwier (Lanius collurio), zwarte specht (Dryocopus martius) en wielwaal (Oriolus oriolus) zijn op het plateau van de partij. Tijdens een bezoek aan het reservaat in mei 2014 is er een zwarte ooievaar (Ciconia nigra) in de bosweide aanwezig.
Oude eiken zijn geliefd bij insecten. In het reservaat leven het vliegend hert en verschillende soorten boktorren. «

» Bekijk de locatie van Reservaat Breite in Google Maps.

Bosweide Bosweide bij Bradeni Bosweide bij Chirpar
Breite, Sighişoara Brădeni (Henndorf) Chirpăr (Kirchberg)

Referenties

Akeroyd, J. (2006), The historic countryside of the Saxon villages of Southern Transylvania, Saschiz: Fundatia Adept.

Dorresteijn, I., Hartel, T., Hanspach, J., von Wehrden, H., Fischer, J. (2013), The Conservation Value of Traditional Rural Landscapes: The Case of Woodpeckers in Transylvania, Romania. PLoS ONE 8(6): e65236. doi:10.1371/journal.pone.0065236

Hartel, T. (2012), European wood-pastures: closing words for the thematic series. Geraadpleegd op 26 oktober 2013, Europe-ConBio Blog

Hartel, T., et al. (2013), Wood-pastures in a traditional rural region of Eastern Europe: Characteristics, management and status, Biological Conservation, 166, 267–275.

Hartel, T. & Plieninger, T. (Ed.) (2014), European wood-pastures in transition. A social-ecological approach, Londen en New York: Routledge.

Jørgensen, D. (2013), Pigs and pollards: medieval insights for UK wood pasture restoration, Sustainability, 5(2), 387-399.

Lafranchis, T. (2009), Dagvlinders van Europa: Veldgids dagvlinders met determinatiesleutels, Zeist: KNNV.

Rackham, O. (1976), Trees and woodland in the British landscape: The complete history of Britain's trees, woods & hedgerows, Londen en New York: Phoenix Press.

Schumacher, B. (Hg.). (2007), Kleine Wanderungen rund um Hermannstadt, Sibiu: Editura Hora.

Sutcliffe, L.M.E., Öllerer, K. & Roellig, M. (2014), Wood-pasture management in southern Transylvania (Romania). From communal to where? In Hartel, T. & Plieninger, T. (Ed.), European wood-pastures in transition: A social-ecological approach. (pp. 219-234), Londen en New York: Routledge. «


« Terug naar grasland