De laatste Saksische boer van Reichesdorf

Juli 2011

In Biertan leren we Olaf uit het Duitse Jena kennen. We zien hem 's middags al met zijn rugzak lopen in Neudorf. Volgens de Saksen in Neudorf is er een kortere wandelroute terug naar Biertan. Maar dat blijkt voor een toerist toch anders. De paden eindigen regelmatig midden in een veld en er zijn steile hellingen en glibberige stukken. Het heeft de afgelopen dagen geregend.
De route is prachtig. De terrassen krijgen een schitterend perspectief in de goudgele avondzon.
Olaf blijkt voor ons dezelfde route te hebben afgelegd. Door het hoge gras, door de doornstruiken, langs boze honden met een vriendelijke herder en wadend door een beek. Langs een stokoude vrouw in Copşa Mare, die een briefje van 50 Lei wil wisselen. We hebben niet genoeg wisselgeld, alleen grotere coupures. Maar daar is oma niet op uit. Ze wil eigenlijk helemaal geen geld wisselen, maar trots laten zien dat ze geld heeft. De tandeloze en gehoofddoekte vrouw schudt, bij het zien van ons geld, lachend met haar hoofd, pakt mij vriendelijk bij de wangen en geeft een klop op mijn schouder. Gekromd schuifelt zij verder door het dorp. Met nog steeds een briefje van 50 Lei in haar hand.

In Biertan mogen we van Olaf kiezen uit 2 cafés. Een café met zigeuners of een café met de wat hippere jeugd van het dorp. Ik weet niet meer waarom, maar het wordt de zigeunerkroeg. Olaf spreekt luid boven de Manele muziek uit en stelt voor om een bezoek te brengen aan de laatste Saksische boer van Reichesdorf, een dorp dat een aantal kilometers verderop ligt.
De serveerster, die overdag in het restaurant naast de weerkerk toeristen uit heel Europa van koffie met gebak voorziet, staat nu wat losser gekleed en kettingrokend achter de toog van het café. Ondertussen sla ik een aanbieding voor een telefoon, een gouden ketting en een Dvd-speler - volgens de jongens afkomstig uit Nederland - vriendelijk af. De jongens geven het op, roken een sigaret en drinken hun bier. In een mengelmoes van Duits, Engels en Roemeens komt het gesprek op hun toekomstplannen. Geen van hen ziet de criminaliteit als blijvende bron van inkomsten. Een aantal van hen wil in Duitsland aan het werk. De ander spreekt goed Engels, wil een opleiding afmaken en in het dorp blijven wonen. "Misschien vind ik een baan in Sibiu", hoopt hij.

De weg naar Reichesdorf loopt door een nauw dal, langs steile terrashellingen en dichte bossen. We parkeren de auto voor de weerkerk van Richiş, zoals het dorp in het Roemeens wordt genoemd. Vlakbij is de hoeve van de oude boer. Zijn naam is Johann Schaas. "Meneer Schaas is op het land", laat een jongen uit het dorp ons weten. Olaf weet het land van meneer Schaas wel te vinden. Als we het dorp zijn uitgelopen verschijnt boven op een heuvel een tanige en goedlachse man, met heldere en licht spottende ogen. Hij stapt op zijn tractor met aanhanger en tuft naar beneden. Daar pikt meneer Schaas ons op en we rijden achter in de bak van de tractor mee terug naar het dorp.

De deur van de hoeve wordt geopend. De vrouw des huizes is inmiddels ook aanwezig. We krijgen iets sterks te drinken. Het echtpaar Schaas is in de jaren negentig van de vorige eeuw niet naar Duitsland vertrokken. Zij zijn een uitzondering. "Eigenlijk wilde de meeste mannen uit het dorp helemaal niet emigreren, het was vooral onder druk van de vrouwen dat iedereen wegtrok", zegt meneer Schaas, terwijl zijn echtgenoot bevestigend knikt. "De veranderingen gaan hier nu snel", vervolgt meneer Schaas. "De werkzaamheden in de landbouw lopen terug. Er zijn almaar minder koeien in het dorp. Steeds meer mensen uit de stad kopen hier een tweede huis. Ook steeds meer buitenlanders trouwens. Maar de huizen worden vaak snel weer te koop gezet. Te ver van de hoofdweg, te diep weggestopt in de Tarnava Mare. Vooral in de winter is dit natuurlijk een probleem". Nu valt het mij pas op dat een relatief groot deel van de terrassen braak lijkt te liggen. "Dat is ook zo", bevestigt meneer Schaas, terwijl hij zijn stem verheft. Ik vraag hem wat dit dorp nodig heeft. "Goede wijnboeren", is zijn antwoord stellig. "Reichesdorfers stonden bekend om hun goede wijn. Het klimaat is er prima geschikt voor".

Meneer Schaas kleedt zich om en neemt de sleutel van het slot van de weerkerk in zijn hand. Het is tijd om het gotische bouwwerk binnen de weermuren te bezichtigen. Het oeroude gebouw kent zeer veel details. Het blijkt zelfs te zijn versierd met voorchristelijke symbolen, die pas recent tijdens restauratiewerkzaamheden zijn ontdekt. Op diverse plaatsen in de kerk kwam opeens de beeltenis van de 'Groene Man' - verstopt achter dikke kalklagen - tevoorschijn. Uit de gezichtsopeningen van de man groeien takken en bladeren. Plotseling was Reichesdorf wereldwijd bij kunsthistorici bekend. Direct bij binnenkomst wijst meneer Schaas met een stok een bladmasker aan dat op ooghoogte is verwerkt in een kapiteel. Verder gaat het verhaal over beschilderingen op panelen van het altaar, die de Lutheranen later aanstootgevend hadden gevonden. De taferelen zijn overgeschilderd. Er is een houten reliëf met ridderfiguren en..... mevrouw Schaas komt de kerk binnen en maant haar partner om haast te maken. Er wordt zo een bus met een groep Duitse toeristen verwacht.

Meneer Schaas is bezorgd over de toekomst van de weerkerk. "Wie zorgt er voor dit gebouw als ik er straks niet meer ben?" Ik vraag of er een gemeenschap van Reichesdorfers in Duitsland bestaat die dit monument wil onderhouden. Meneer Schaas haalt zijn schouders op. De last van dit bijna 700 jaar oude bouwwerk lijkt volledig te rusten op de schouders van dit echtpaar. "De Eminescu Stichting heeft belangstelling getoond. Misschien is de kerk dan gered. Ik weet het niet", besluit meneer Schaas.

Voor het gebouw stopt de bus met Duitse toeristen. Van een afstand, op het terras van een café dat uitgebaat schijnt te worden door een echtpaar uit Nederland, verwerken wij de verhalen en indrukken. Olaf vindt het mooi om te zien welke rol meneer Schaas nu heeft. In Duitsland zou hij waarschijnlijk zijn verpieterd. Nu kan hij de laatste jaren van zijn leven wijden aan een goede zaak en geeft hij, waarschijnlijk onbewust, zijn vertellingen door via YouTube.
Bij mevrouw Schaas kopen we honing in een plastic colafles. Dat is gemakkelijk voor in de bagage. Via YouTube geeft zij, vanaf haar eigen boerderij, een demonstratie broodbakken op de traditioneel Saksische wijze.

In Reichesdorf worden we nog door diverse Duitstalige ouderen aangesproken. Volgens Olaf zijn dat Sommersaksen. Saksen die in de zomer terugkeren naar hun geboortegrond, maar de rest van het jaar doorbrengen in Duitsland of Oostenrijk

Straks als het winter wordt, is het echtpaar Schaas weer de enige Saksische familie in Reichesdorf.
Maar de op het eerste gezicht eenvoudige weerkerk, heeft een geweldig interieur. Daar kan meneer Schaas met een onovertroffen hoeveelheid enthousiasme, scherpzinnigheid en humor, uren lang over vertellen.

Zal de Groene Man de boze geesten bij de kerk weghouden?