Hakhout in Roemenië

Bomen met grillige en sprookjesachtige vormen

Hakhout bestaat uit loofbomen die niet worden gekapt maar geknot. Het levert hout dat wordt gebruikt voor een groot aantal toepassingen. Hakhoutbomen hebben grillige en sprookjesachtige vormen.

☛ Kenmerken ☛ Ontstaan en betekenis ☛ Behoud voor de toekomst ☛ Referenties

Kenmerken

Hakhout bestaat uit loofbomen die op een geringe hoogte worden geknot. Daarna lopen de knoppen aan de stronk opnieuw uit. Na een aantal jaren worden de uitlopers geoogst en begint de cyclus opnieuw (Jansen & Kuiper, 2001). Op deze wijze levert het bos - zonder dat de bomen worden gekapt - continu hout. De stronk heet ook wel een stoel, stoof of stobbe en kan vele eeuwen oud worden. Hakhout is te herkennen aan grillige en onnatuurlijke vormen die de bomen een sprookjesachtig karakter geven.

Er zijn verschillende soorten hakhout. Een veelvoorkomend type op de voedselrijkere bodems is het hakhoutbos met zomereik (Quercus robur) en haagbeuk (Carpinus betulus). Langs beken en op vochtige terreinen groeit de knotwilg (Salix spec.). Het hakhoutbeheer wordt ook toegepast op de beuk (Fagus sylvatica).

Ontstaan en betekenis

In Europa was het hakhoutsysteem al in de tijd van de Romeinen bekend (Jansen & Kuiper, 2001). In Roemenië functioneert het systeem in meer of mindere mate nog steeds.

Agrarische betekenis
Hakhout wordt gebruikt voor een groot aantal toepassingen. Op het Roemeense platteland kookt en stookt een aanzienlijk deel van de bevolking op hout. Boeren gebruiken het hout onder andere voor het maken van omheiningen en gereedschap. Hakhoutbos met zomereik en haagbeuk ligt voornamelijk in de omgeving van menselijke bewoning.
In perioden met weinig gras wordt het vee bijgevoerd met boombladeren. Daarbij wordt ook beukenblad gebruikt. De knotbeuken staan aan de rand van weiden of open plaatsen in het bos (poiana's) en groeien zelfs op de grens tussen de montane en subalpiene etage.

Ecologische betekenis
De hakhoutstobben zijn een geschikte schuil- en overwinteringsplaats voor reptielen en amfibieën. In het vermolde hout leeft de larve van onder andere het vliegend hert. Verschillende soorten vlinders hebben een voorkeur voor hakhoutbossen. Hakhout vormt een gunstige leefomgeving voor zeldzame soorten mossen. Hakhout heeft in vergelijking met opgaand bos een open en gevarieerde structuur en ontvangt meer zonlicht. De verschillende gradiënten (overgangen) zorgen voor een grote soortenrijkdom.

Behoud voor de toekomst

In Roemenië vormt het hakhoutsysteem nog steeds een onderdeel van het landbouwbedrijf. Of daarbij sprake is van een structureel beheer is lastig te zeggen. Als het hakhout niet meer wordt beheerd schiet het door en verandert het in een opgaand bos.

Knotbeuk Knotbeuk Knotbeuk
Beuk Beuk Beuk
Knotbeuk Knotbeuk Donzige eik
Beuk Beuk Donzige eik
Donzige eik Knotbeuk Knotbeuk Knotbeuk
Donzige eik Beuk Beuk Beuk

Referenties

Jansen, P. en Kuiper, L. (2001), Hakhout, suggesties voor het beheer, Wageningen: Stichting Bos en Hout.

Rackham, O. (1976), Trees and woodland in the British landscape: The complete history of Britain's trees, woods & hedgerows, Londen en New York: Phoenix Press.


« Terug naar bossen