Măgura

Mei 2013

Een welbespraakte vrouw reist met de trein van Boedapest naar het Hongaarstalige Szeklerland in Roemenië om daar een aantal dagen met haar familie door te brengen. Ze begint een gesprek.

"De stad bevalt mij prima, maar ik reis graag weer terug naar huis. Je kunt een periode elders doorbrengen en daar veel leren, maar op een dag keert een mens weer terug naar zijn of haar geboortegrond. Ik heb geprobeerd om in de Verenigde Staten te leven, maar het is me niet gelukt. Ik ben daar met een groep vrienden door de politie opgepakt, omdat we in het bos een kampvuur hadden gemaakt. Ik wilde er niet langer blijven. De bossen zijn nergens zo mooi als bij ons in Roemenië. Ik weet niet waarom ik dat vind, misschien omdat ik precies weet welke paddenstoelen er eetbaar zijn? Ik kan er heerlijke gerechten mee maken. Boedapest is hectisch. Soms droom ik even weg en dan verlang ik er naar om te leven in een eenvoudig huis in een afgelegen gebied. Met een geit en een groentetuin en verder niets. Maar het lukt natuurlijk niet om parttime een geit te verzorgen. En de stad roept zo nu en dan ook, hoewel ik er de spiritualiteit mis. Binnenkort bezoek ik een Roemeens klooster in mijn geboortestreek. Het maakt toch niets uit dat ik als Hongaarse uit Szeklerland niet Roemeens Orthodox ben? Ik ken gereformeerde Hongaren uit Boedapest die op dit moment lopend onderweg zijn naar dat klooster. Ik hoop ze daar te ontmoeten. Kom mee, dan lopen we naar de achterste wagon. We kunnen via het achterraam het spoor onder ons weg zien glijden en de zon onder zien gaan. Ik ben eindelijk weer in Roemenië."

Wanneer de trein is aangekomen in Cluj verdwijnt de vrouw in het donker van de late avond.


Langs een goed geasfalteerde weg die van niets naar nergens gaat, staat een slanke vrouw die een cowboyhoed draagt en de auto tot stilstand maant.

"Bent u onderweg naar Huedin? U gaat tot Padiș? Prima, mag ik met u meerijden naar Padiș? Wacht, wilt u misschien een klein stukje doorrijden? Ik weet een punt met een mooi uitzicht. Dan graaf ik daar meteen een geelster uit, een bolgewas voor in mijn herbarium in Timişoara. Ik help ook studenten van de universiteit met het aanleggen van een herbarium. Maar de meeste planten stop ik tussen dikke stapels boeken om ze te drogen. Mag ik u testen? Weet u de wetenschappelijke naam van die boom daar? Picea abies? Nee het is niet de fijnspar die lijkt heel sterk op deze boom. Het is de Abies alba, de gewone zilverspar. Bijna niemand kan deze twee soorten uit elkaar houden. De zilverspar heeft twee smalle lichte strepen aan de onderzijde van haar naalden. En de kegels staan rechtop. Maar dat u überhaupt de wetenschappelijke naam van een boom kent verast mij. Ik kan u in deze omgeving veel botanisch interessante plaatsen aanwijzen. Als u mij naar Ic Ponor beneden in het dal brengt komen we onderweg veel moois tegen. Ik zal niet liegen, de weg is vanaf hier verder weer heel slecht. Laten we rustig rijden. In Ic Ponor leeft iedereen van de bosbouw en de landbouw. Mijn grootvader heeft hier geleefd, zijn huis is nog steeds in het bezit van de familie. Iedereen in deze streek kent mijn grootvader, dat opent voor mij ook veel deuren. Hij heeft een tijd doorgebracht in de gevangenis. Hij was tijdens de dictatuur een dissident. Veel dissidenten hielden zich schuil in dit soort onherbergzame streken. Kijk, deze schaapskooi wordt gebruikt door een herder die alle planten van dit gebied kent. Hij kan heel zeldzame soorten aanwijzen en weet precies welke er geneeskrachtig zijn. Hij heeft mij gisteren voor niets naar zijn Stana laten komen. Er was niemand meer, er was ook geen hond achtergebleven, dus hij was verder getrokken. Het is geen man van zijn woord. Zijn schapen zijn natuurlijk belangrijker dan een botanica. We rijden nu langs het huis van de boswachter, wacht ik wil even vragen welk soort arend hier voorkomt. Ik heb er vanmiddag een gezien. Ik vermoed een steenarend. Deze bossen hier zijn semi-oorspronkelijk. Zie hoe mooi de sparren groeien op de rotsen, met de dikke kussens mos en de lange uitlopers van de wolfsklauw. En tussen de bomen stukken veenmoeras, waar veel zeldzame planten groeien. En die hellingen verder terug zijn niet kaalgekapt, maar getroffen door een verschrikkelijke storm in 2006. Inmiddels groeien overal weer nieuwe boompjes. De groep zigeuners die hier langs de weg loopt heeft vandaag jonge sparren geplant. Kan de auto hier stoppen? Dan lopen we een stuk langs de Someșul Cald. Verderop is een bloemenweide met uitzicht op de Măgura. Ik wil de berg zien in het prachtige licht van deze avond. De Măgura heeft drie etages. Ik ben eens met mijn vader naar de top geklommen. Als ik deze berg gezien heb kan ik weer terug naar Timişoara. Dan houd ik het er wel weer uit tot aan de zomer. Het licht is hier vaak diffuus. Nog vaker is het mistig. Het zicht op de Măgura is vrijwel nooit helder. Dat is ook de betekenis van Măgura. Tja, hoe vertaal je zoiets exact? Laten we luisteren naar het stromend water van de rivier en kijken naar de berg. Want mijn vader wacht op me. Ik mag dan allang een volwassen vrouw zijn, een dame alleen in de donkere bossen vindt hij maar niets. Maar ik ken weinig angst, alleen wilde dieren kom ik liever niet tegen. Ik loop morgen wel weer omhoog naar het plateau. Ik wil nog veel meer laten zien. Mag ik uw telefoonnummer? Als ik bereik heb zal ik u bellen wanneer ik in Padiș ben."

De vrouw wandelt met een tas vol met uit het bos geroofde planten naar een weide langs de beek waar een oudere man hout hakt. Ze omhelzen elkaar. Uit de schoorsteen van het huis ernaast kringelt rook van een houtvuur. De zon verdwijnt achter de Măgura. De berg doet haar naam nu nog meer eer aan.