Grasland in Roemenië

Transhumance

Hoewel de alpenweiden relatief ontoegankelijk zijn, laten de boeren hun vee er in de zomermaanden toch grazen. Daarbij verblijven de herders de hele zomer met hun kuddes in de bergen. Er valt hoog in de bergen zomers voldoende neerslag om het gras te laten groeien. Het lager gelegen grasland is in de droge zomermaanden veel minder productief en is bovendien vaak nodig voor de productie van hooi.

☛ Kenmerken ☛ Toekomst in Roemenië ☛ Referenties

Kenmerken

Transhumance (Roemeens: transhumanţă) is een vorm van veehouderij, waarbij gebruik wordt gemaakt van klimaatverschillen tussen het laagland en het hoogland (Shirasaka, 2007). De Franse geograaf Vidal de la Blache introduceerde dit begrip aan het eind van de negentiende eeuw in de wetenschappelijke literatuur (de Pater & van der Wusten, 1996).
Er bestaan wereldwijd verschillende typen transhumance. Huband, Mc Cracken en Mertens (2010) onderscheiden voor Roemenië twee typen. Dit zijn transhumance over een lange afstand en over een korte afstand. Het laatste type wordt ook wel pendelen genoemd.

Transhumance over een lange afstand
Transhumance over een lange afstand heeft slechts plaats vanuit twee centra in de Zuidelijke Karpaten. Het eerste centrum bestaat uit een aantal dorpen in de omgeving van Sibiu, waaronder Poiana Sibiului en Jiba (Shirasaka, 2007). Het tweede centrum ligt in de omgeving van Brașov. Een bekend dorp is Moeciu de Sus (Huband, Mc Cracken & Mertens, 2010).
Shirasaka (2007) zoomt voor het onderzoek naar transhumance over een lange afstand in op het dorp Jina. In dit voorbeeld is volgens de auteur sprake van het type intermediate-stationed transhumance. Daarbij vormt het dorp een tussenstation dat twee keer per jaar door de schapen wordt aangedaan. De dieren uit Jina verblijven in de winter onder andere op de laagvlakte van de Banaat in het westen van Roemenië. In april komen de schapen terug naar Jina. Er wordt dan een schapenmarkt gehouden. Na een paar weken vertrekt de kudde in de richting van de alpenweiden van Munții Cindrel, waar de dieren al grazend omstreeks half juni arriveren. De dorpsgronden van Jina strekken zich uit tot de alpenweide in Munții Cindrel (Shirasaka, 2007; Buza, Cojocariu-Costea & Turnock, 2009). Begin oktober herhaalt dit ritueel zich en reizen de schapen van de alpenweide via Jina - waar opnieuw een schapenmarkt wordt gehouden - terug naar de Banaat. De reis naar de Banaat duurt ongeveer 10 dagen. Een aantal families laat de schapen grazen in de Dobroedzja aan de kust van de Zwarte Zee. De kudde is dan ongeveer 20 dagen onderweg.

Transhumance over een korte afstand
Bij transhumance over een korte afstand grazen zowel koeien als schapen in de zomermaanden op de alpenweiden. Soms worden er ook varkens mee naar boven gebracht. In de winter worden de dieren in de lager gelegen dorpen op stal gehouden en gevoerd met hooi. Deze vorm van transhumance komt overal in de Karpaten voor, maar vooral het district Maramureş staat om dit verschijnsel bekend (Shirasaka, 2007).

Herd in Muntii Rodnei Veekraal in Muntii Rodnei Schapen in Retezat
Munţii Rodnei Munţii Rodnei Munţii Retezat

Heeft transhumance in Roemenië een toekomst?

Pendelen komt in Roemenië op grote schaal voor. Transhumance over een lange afstand neemt in belang af. Daarvoor bestaan verschillende redenen.
Ten eerste is de lange voettocht met schapen over de provinciale wegen gevaarlijker geworden, omdat er steeds meer autoverkeer is.
Ten tweede wordt het voor de herders steeds moeilijker om de dieren onderweg te laten grazen. Veel land is de laatste decennia geprivatiseerd en lang niet alle landeigenaren tolereren kuddes schapen op hun land. Conflicten over grondgebruik die samenhangen met transhumance zijn niet nieuw. In 1382 kwam de Roemeense bevolking van een aantal bergdorpen ten zuiden van Sibiu in opstand tegen de Saksische (Duitstalige) bevolking. De transhumance van de Roemenen was in strijd met de markgenootschappen van de Saksen, waarbij het graasrecht grondgebonden en gereguleerd was (Nägler, Schobel & Drotleff, 1984, p.37).
Ten derde is er een tekort aan ervaren herders. De beste herders werken tegenwoordig voor een gunstiger salaris voor boeren in Spanje en Italië.
Tot slot staan de productprijzen onder druk en is het maken van kaas aan steeds meer hygiëneregels gebonden. Shiraasaka (2007) beschrijft dat het aantal families dat transhumance over de lange afstand toepast afneemt, maar dat een aantal families de kudde juist heeft vergroot. Huband, Mc Cracken en Mertens (2010) concluderen dat het Europees landbouwbeleid - waarbij competitieve en grootschalige landbouwbedrijven als ideaal worden gezien - een eind zal maken aan het eeuwenoude systeem van transhumance over een lange afstand en in mindere mate ook aan pendelen.
Maar transhumance is meer dan een middel van bestaan, het is een unieke levenswijze die diep is verankerd in de Roemeense agrarische cultuur. Folkloristische muziek is in Roemenië populair en de schaapherder vormt een geliefd thema.

Referenties

Buza, M, Cojocariu-Costea, M. & Turnock, D. (2009), Mārginenii Sibiului: The historical geography of a Transylvanian Carpathian community, Geographica Pannonica, 13 (4), 137-158.

Huband, S., Mc Cracken, D.I. & Mertens, A. (2010), Long and short-distance transhumant pastoralism in Romania: past and present drivers of change, Pastoralism, 1 (1), 56-71.

Nägler, T., Schobel, J. & Drotleff, K. (1984), Geschichte der siebenbürgisch-sächsischen Landwirtschaft, Boekarest: Kriterion.

Pater, de, B. & Wusten, van der, H. (1996), Het geografisch huis: de opbouw van een wetenschap, Bussum: Couthino.

Shirasaka, S. (2007), The transhumance of sheep in the Southern Carpathian Mountains, Romania, Geographical Review of Japan, 80(5), 94-115.


« Terug naar grasland