Halfnatuurlijk grasland in Roemenië

Een wereldrecord aan plantensoorten

De bezoeker uit West-Europa raakt bij een rondreis in Roemenië al snel onder de indruk van de bloemenpracht van de velden. Bij het beheer en behoud van deze botanische rijkdom speelt de mens een onmisbare rol en dat maakt dit landschapselement kwetsbaar.

Kenmerken
Ontstaan en betekenis ☛ Ecologische betekenis ☛ Agrarische betekenis
Behoud voor de toekomst ☛ Intensivering ☛ Extensivering ☛ Overbeweiding ☛ Biologische landbouw
Referenties

Kenmerken

Halfnatuurlijk grasland wordt gekenmerkt door een bijzonder rijke flora. De begroeiing bestaat uit een groot aantal soorten grassen en kruiden. De mens is door het periodiek maaien en beweiden een bepalende factor bij het in stand houden van deze vegetatie. Daarbij wordt er vrijwel geen gebruik gemaakt van kunstmest en bestrijdingsmiddelen. Het halfnatuurlijk grasland heet in de Engelstalige wetenschappelijke literatuur Grassland of High Nature Value, afgekort HNV-grasland (Veen et al., 2009).

In Transsylvanië ligt een groot oppervlak van het halfnatuurlijk grasland op relatief goed ontwaterde en vruchtbare bodems. Dat is uniek in Europa, omdat zulke gebieden bijna overal worden gebruikt voor de intensieve landbouw (Akeroyd, 2006). In Roemenië behoort veel halfnatuurlijk grasland nog steeds tot de gemeenschappelijke dorpsgronden (Sutcliffe, Öllerer & Roellig, 2014). «

Ontstaan en betekenis

Over de kolonisatie en de ontginning van Transsylvanië zijn vrijwel geen geschreven bronnen bewaard gebleven. Het is vrijwel zeker dat het bosrijke Transsylvaanse plateau al voor 1350 grotendeels in cultuur wordt gebracht. Dat is onder andere het gevolg van de Oostkolonisatie vanuit West-Europa (Bartlett, 1993; Baumgärtner, 2010; Nägler, 1984; Paul, 2010). Doordat mens en dier de ontwikkeling van een nieuw bos belemmeren, ontstaat er een fijnmazig mozaïek van plantengemeenschappen. Welk type vegetatie zich ontwikkelt hangt af van de fysische omstandigheden in het terrein. Door het periodiek karakter van het traditionele landbouwbedrijf ontstaat er een nieuw evenwicht tussen mens en natuur. «

Ecologische betekenis

Recent onderzoek (Wilson, Peet, Dengler & Pärtel, 2012) toont aan dat er wereldwijd twee habitats recordhouder plantenrijkdom zijn. Dat zijn de tropische regenwouden rond de evenaar en het halfnatuurlijk grasland in Midden- en Oost-Europa. Een belangrijk deel van dit oppervlak grasland ligt in Roemenië. Op een proefoppervlak van slechts 10 m2 halfdroog kalkgrasland in de omgeving van Cluj Napoca, vinden de onderzoekers maar liefst 98 verschillende soorten planten. Het wereldrecord op een dergelijk oppervlak.
Halfnatuurlijk grasland is zeer rijk aan soorten insecten. De meerderheid van de vlindersoorten in Europa is afhankelijk van een graslandvegetatie (van Swaay & Wallis de Vries, 2009). Zij maken gebruik van het door de mens gecreëerde cultuurlandschap. De kwartelkoning (Crex crex) is een zeldzame vogelsoort die broedt in het open grasland van Transsylvanië. «

Agrarische betekenis

Het halfnatuurlijk grasland kent een aantal agrarische toepassingen. Er is grasland dat wordt begraasd door landbouwdieren en er is grasland dat wordt gebruikt voor de productie van hooi. Vaak bestaat het beheer uit een combinatie van beide. De gebruiksfunctie wordt onder andere bepaald door de natuurlijke vruchtbaarheid en de diepte van de bodem, de waterhuishouding en de afstand tot de boerderij. Meestal liggen de hooilanden hoger en verder van de boerderij dan de weilanden waar de koeien en buffels grazen. Er bestaat een grote variatie in mate van beweiding, organische bemesting en het tijdstip waarop wordt gemaaid. Voor het in stand houden van het halfnatuurlijk grasland is het belangrijk dat er aan een specifieke locatie een vaste maaidatum is gekoppeld. Meestal wordt er niet eerder gemaaid dan begin juli.
Het bloemrijke grasland is belangrijk voor de bijenhouderij. In vrijwel elk Roemeens dorp wordt er biologische bijenhoning verkocht. Traditionele landbouwgemeenschappen gebruiken het grasland ook voor het verzamelen van medicinale planten, zoals het valkruid (Arnica montana) (Stoie & Rotar, 2009). «

Schapen bij Cheile Turzi. Grazend vee bij Rupea. Hooitijd in Rupea.
Kalkgrasland Dorpsweide Hooitijd

Behoud voor de toekomst

Roemenië is een land in transitie en ook hier verandert de landbouw snel. Het lijkt niet realistisch om te verwachten dat de Roemeense boeren hun traditionele landbouwmethoden op grote schaal voort blijven zetten, hoewel dit verassend genoeg nog steeds wel gebeurt. «

Intensivering in vlakke gebieden

Relatief vlakke gebieden met vruchtbare bodems zijn geschikt voor een intensieve en grootschalige landbouw. Daarom worden steeds meer velden met halfnatuurlijk grasland omgeploegd, geëgaliseerd en waar nodig ontwaterd. Vervolgens wordt er een beperkt aantal productieve grassoorten ingezaaid. Daarbij wordt er intensief gebruik gemaakt van kunstmest en bestrijdingsmiddelen. Soms wordt het grasland omgezet in een maïsakker.

De plantengemeenschappen - die ieder het voor hen gunstige deel van de cultuurgrond hebben ingenomen - verdwijnen binnen afzienbare tijd. Zij verliezen de concurrentie met snelgroeiende soorten, die goed gedijen bij grote hoeveelheden stikstof en fosfaat. Door de hogere productiviteit van het gras, wordt er al gemaaid voordat de meeste plantensoorten zaad hebben gevormd. Met de ineenstortende plantengemeenschappen verdwijnt een veelvoud aan soorten insecten, vogels, kleine zoogdieren, reptielen en amfibieën. «

Extensivering in berggebieden

Vooral in bergachtige streken raakt het halfnatuurlijk grasland voor de landbouw in onbruik. Het zijn gebieden met veel reliëf en een rotsachtige ondergrond. Deze oppervlakken zijn moeilijk te bewerken met moderne landbouwmachines en zijn bovendien vaak lastig bereikbaar. Een halfnatuurlijk grasland vormt geen stabiel systeem. Wanneer het beheer door de mens stopt, verandert het grasland via een aantal zogenaamde successiestadia weer in bos. De eerste jaren neemt de hoeveelheid insecten en vogels nog toe, maar in een struikachtige vegetatie zullen veel soorten verdwijnen. Uiteindelijk wordt de voet van de Karpaten weer in bezit genomen door het bos. «

Overbeweiding

Wanneer de vegetatie zich als gevolg van begrazing door landbouwdieren niet voldoende kan herstellen is er sprake van overbeweiding. De bodem wordt dan niet meer vastgehouden door de vegetatie, waardoor er bodemerosie optreedt. De losse bodem spoelt of waait daarbij weg. In berggebieden kan zo de vaste rotsondergrond bloot komen te liggen. Op het Transsylvaanse plateau kunnen diepe geulen ontstaan in de erosiegevoelige lössgronden. Op heuvels met steile hellingen heeft afschuiving van de bodem plaats. Het probleem van overbeweiding wordt versterkt door de drogere zomers van de afgelopen jaren. «

Verlaten grasland. Verlaten grasland.
Onderbegraasd grasland Bodemerosie

Biologische landbouw

De biologische landbouw kan mogelijk delen van het halfnatuurlijk grasland in stand houden. Zo blijft de Karpatenboog de ecologische ruggengraat van Roemenië en een essentiële verbinding tussen de verschillende biogeografische regio's in Europa. Diverse natuur- en landschapsorganisaties zetten zich in voor het behoud van het halfnatuurlijk grasland in Roemenië. Voorbeelden zijn Mountain Hay Meadows, European Forum on Nature Conservation and Pastoralism en Fundatia Adept. «

Referenties

Akeroyd, J. (2006), The historic countryside of the Saxon villages of Southern Transylvania, Saschiz: Fundatia Adept.

Bartlett, R. (1993), The making of Europe. Conquest, colonization and cultural change 950-1350, Londen: Penguin.

Baumgärtner, W. A. (2010), Der vergessene Weg. Wie die Sachsen nach Siebenbürgen kamen, Sibiu: Schiller.

Nägler, T. (1984), Geschichte der siebenbürgisch-sächsischen Landwirtschaft, Boekarest: Kriterion.

Paul, L. (2010), De verscheidenheid van Midden- en Oost-Europa. In L. Paul & B. de Pater (Red.), Midden- en Oost-Europa. Geografie van een transitiezone. (pp. 1-20), Assen: Van Gorcum.

Stoie, A. & Rotar, I. (2009), Vascular plant species relationship and grassland productivity in Arnica montana habitats in the limestone area of Gârda de Sus village (Apuseni Mountains - Romania). Journal of Central European Agriculture, 10(4), 327-332.

Sutcliffe, L.M.E., Öllerer, K. & Roellig, M. (2014), Wood-pasture management in southern Transylvania (Romania). From communal to where? In Hartel, T. & Plieninger, T. (Ed.), European wood-pastures in transition. A social-ecological approach. (pp. 219-234), Londen en New York: Routledge.

Swaay, van, C.A.M. & Wallis de Vries, M.F. (2009), Grasslands as habitats for butterflies in Europe. In Veen, P. (Ed.), Grasslands in Europe of High Nature Value. (pp. 26-34), Zeist: KNNV.

Veen, P. (Ed.) (2009), Grasslands in Europe of High Nature Value, Zeist: KNNV.

Wilson J.B., Peet, R.K., Dengler, J. & Pärtel, M. (2012), Plant species richness: the world records , Journal of Vegetation Science, 23, 796–802. Doi: 10.1111/j.1654-1103.2012.01400.x «


« Terug naar grasland