Roemenië algemeen

Klimaat

Roemenië heeft een klimaat met gemiddeld warme zomers en koude winters. Door verder in te zoomen worden de regionale klimaatverschillen duidelijk. Uiteindelijk bepalen vier verschillende klimaattypen het klimaatbeeld van het land. Dat zijn het zeeklimaat, landklimaat, hooggebergteklimaat en het steppeklimaat.

Klimaatfactoren
Klimaat per regio ☛ Crișana en Banaat ☛ Munţii Apuseni ☛ Transsylvaanse plateau
☛ Oost-Karpaten en de Zuidelijke Karpaten ☛ Roemeens Moldavië ☛ Walachije (Muntenië en Oltenië)
☛ Dobroedzja en de Donaudelta
Referenties

Klimaatfactoren

Belangrijke klimaatbepalende factoren zijn de breedteligging, de oriëntatie van bergketens, de hoogteligging, de wind- en zeestromen, de verhouding tussen water en land en de aard van het oppervlak (Strahler & Strahler, 1992).

Roemenië heeft een breedteligging van 46º graden noorderbreedte en ligt in de gematigde luchtstreek. De bergketens van de Karpaten beïnvloeden het klimaat door hun oriëntatie en de hoogteverschillen in het landschap. De bergen vormen een barrière voor de verschillende luchtstromen (Atlantisch, submediterraan, continentaal en subpolair) die in Roemenië samenkomen. De droge kuststrook staat onder invloed van de Zwarte Zee. «

Het klimaat per regio

Hieronder volgen een beschrijving en een verklaring van de klimaatverschillen in Roemenië. Het klimaat wordt beschreven aan de hand van het klimaatsysteem van Vladimir Köppen (1846-1940).

Aan de hand van de grenzen (temperatuur en neerslag) die Köppen voor zijn systeem hanteert, heeft een deel van Roemenië (westen en zuiden) hetzelfde klimaattype als Nederland. Het betreft een gematigd zeeklimaat met neerslag in alle jaargetijden (Cf-klimaat). Dat neemt niet weg dat de zomers in deze delen gemiddeld droger en warmer zijn dan in Nederland en dat het er in de winter vaker vriest. De zomer van 2012 en het voorjaar van 2013 waren in Roemenië uitzonderlijk droog en brachten grote schade toe aan de landbouw en natuur. «

Crișana en Banaat

De Pannonische vlakte van Hongarije gaat in het westen van Roemenië geleidelijk over in de bergketens van de Karpaten. In deze regio varieert de gemiddelde temperatuur in de maand juli van 20 tot 23ºC. Dit is het gemiddelde tussen de dag- en de nachttemperatuur. Overdag wordt het hier gemakkelijk warmer dan 30ºC.
In de maand januari varieert de gemiddelde temperatuur van -3 tot 0ºC. Het gebied heeft een zeeklimaat met neerslag in alle jaargetijden (Cf-klimaat volgens Köppen). «

Munţii Apuseni

De bergen in Munţii Apuseni bereiken een hoogte tot +1849 meter. De vochtige Atlantische lucht uit het westen stijgt tegen de flanken van de bergen op en koelt daarbij af. De waterdamp condenseert en vormt vooral aan de westzijde grote hoeveelheden stuwingsneerslag. Het weerstation van Stâna de Vale (+1108 meter) registreert gemiddeld meer dan 1600 millimeter neerslag per jaar (Calinescu, Soare & Rodica, 2002). Dat is twee keer meer dan de gemiddelde jaarlijkse neerslag in Nederland. In de bergen ligt de gemiddelde temperatuur in de maand januari lager dan -3ºC. Het gebergte heeft een landklimaat met neerslag in alle jaargetijden (Df-klimaat volgens Köppen). «

Transsylvaanse plateau

Omsloten door Munţii Apuseni, de Oost-Karpaten en de Zuidelijke Karpaten ligt het Transsylvaanse plateau. In dit gebied valt gemiddeld 700 millimeter neerslag per jaar. Hoewel het ook in de zomer behoorlijk warm kan worden, koelt het als gevolg van de hoogteligging (+300-800 meter) 's nachts vaak sterk af. De gemiddelde temperatuur varieert in de maand juli van 16 tot 20ºC en in de maand januari van -6 tot -3ºC. Het plateau heeft een landklimaat met neerslag in alle jaargetijden (Df-klimaat volgens Köppen). «

Oost-Karpaten en de Zuidelijke Karpaten

De Karpatenboog vormt de ruggengraat van het Roemeense landschap en heeft toppen tot hoogtes van meer dan 2500 meter. Vooral wanneer de vochtige Atlantische lucht tegen de flanken van de bergen opstijgt ontstaat veel stuwingsneerslag. Het klimaat in berggebieden verschilt op microniveau en is lastig te beschrijven. In de regel daalt de temperatuur met 6,4ºC, bij elke stijging van 1000 meter (Strahler & Strahler, 1992). Globaal komen de beboste delen van de Karpaten (submontane en montane etage) overeen met een landklimaat (Df-klimaat volgens Köppen).

Wanneer de gemiddelde temperatuur ook in de warmste maand lager blijft dan 10ºC, is er sprake van een hooggebergteklimaat (EH-klimaat volgens Köppen). De grens tussen het landklimaat en het hooggebergteklimaat valt grofweg samen met de bosgrens. Het hooggebergteklimaat bepaalt de natuurlijke plantengroei in de subalpiene en alpiene etage. In deze etages liggen de natuurlijke graslanden (alpenweiden).

In de Karpaten ligt geen eeuwige sneeuw, met als gevolg dat er ook geen gletsjers zijn (uitgezonderd de ijsrelicten in een aantal grotten). Wel kunnen de hoogste toppen tot ver in het voorjaar besneeuwd blijven. Hoog in de bergen valt in oktober meestal alweer de eerste sneeuw.

Het weer in de Karpaten is in de nazomer en de vroege herfst (september en oktober) het gunstigst om te wandelen. De lucht is dan relatief stabiel en de herfstkleuren zijn indrukwekkend.
In de zomermaanden regent en onweert het veel in de bergen, hoewel het dan op zich niet koud hoeft te zijn. Wanneer de zon na een regenbui door de bewolking breekt en de nevel opstijgt, zorgt dit voor een prachtig schouwspel. «

Onweer in Munţii Cindrel. Zomerdroogte. Nevel in Munţii Ṭarcu.
Onweer. Zomerdroogte. Ochtendmist.

Roemeens Moldavië

Hoewel de zomers in het westen en oosten van Roemenië gemiddeld even warm zijn, zijn de winters ten oosten van de Karpaten gemiddeld kouder. De landstreek Moldavië staat meer onder invloed van de koude subpolaire en continentale lucht uit het noorden en noordoosten. In de omgeving van Iași ligt de gemiddelde temperatuur in de maand januari lager dan -3ºC, waardoor deze regio een landklimaat heeft (Df-klimaat volgens Köppen). Het aantal sneeuwdagen varieert van 40 tot 50 dagen per jaar. «

Walachije (Muntenië en Oltenië)

Tussen de Donau en de Zuidelijke Karpaten ligt Walachije. Deze landstreek bestaat uit de zuidelijke uitlopers van de Karpaten en de vlakten langs de Donau. De Roemeense hoofdstad Boekarest ligt in het gedeelte dat Muntenië heet (ten oosten van de Olt). In de zomermaanden zijn een of meerdere hittegolven niet uitzonderlijk. Door het ontbreken van bergen kan de oostenwind 's winters voor behoorlijke koude zorgen. Toch heeft Boekarest volgens de classificatie van Köppen een zeeklimaat met neerslag in alle jaargetijden (Cf-klimaat).

Het zuidwesten van Walachije heet Oltenië (ten westen van de Olt) en staat onder invloed van een drogere submediterrane lucht. Dit beïnvloedt ook een aantal deelgebergten van de Karpaten, waaronder het plateau van Mehedinți en Domogled-Valea Cernei. De flora en fauna hebben in deze gebieden al meer mediterrane kenmerken. Toch heeft ook Oltenië een Cf-klimaat. Gemiddeld over het jaar is er nog sprake van een neerslagoverschot. Ook is de zomer gemiddeld niet droger dan de winter. «

Dobroedzja en de Donaudelta

In de zomer staan Dobroedzja (Dobrogea) en de Donaudelta onder invloed van warme en droge lucht. Aan de kust van de Zwarte Zee komt de wind dan vooral uit het zuidoosten. In de winter staat de regio onder invloed van koude continentale of subpolaire lucht. Aan de kust komt de wind dan voornamelijk uit het noorden of noordoosten (Sârbu & Negrean, 2009). Als gevolg van deze droge lucht heeft de kuststrook een steppeklimaat (BS-klimaat volgens Köppen). Gemiddeld over het jaar overtreft de verdamping de neerslag. De steppe in Dobroedzja maakt deel uit van de Pontisch-Kaspische steppe. De natuurlijke plantengroei van de steppe bestaat uit grasland.

De Donaudelta bestaat uit een systeem van lagunes, meren, rivierarmen, rietvelden, rivierduinen en ooibossen. Het water wordt door de Donau van elders aangevoerd, want in de delta zelf regent het niet vaak. Het klimaat kent veel zonuren en de droge zomermaanden zijn er aangenaam. Overdag wordt het hier vrijwel nooit warmer dan 30ºC. Aan de kust van de Zwarte Zee ligt de gemiddelde temperatuur in de maand januari rond het vriespunt. «

Referenties

Calinescu, C., Soare, E. & Rodica, R. (2002), General climatic study of the Apuseni mountains: Ghetari - Poiana Calineasa area, Stage report Proiect Apuseni, Freiburg.

Lungu, M. (2003), România: Atlas Geografic. Constanța: Editura Steaua Nordului.

Sârbu, A. & Negrean, G. (2009), The grasslands of the Dobrogea, Romania. In P. Veen (Eds.), Grasslands in Europe of High Nature Value (pp. 218-225). Zeist: KNNV.

Strahler, H. & Strahler, N. (1992), Modern Physical Geography, John Wiley & Sons.

Zonneveld, J. I. S. (1989), De aarde als woonplaats: Een inleiding in de zonale fysische geografie. Assen: Van Gorcum. «